Ik ben mijn roeping misgelopen. Ik had als non in een zwijgende orde moeten zitten. Tenminste, zo voelde dat afgelopen week tijdens mijn 5-daagse stille retraite. Niet spreken was weldadig. Geen berichten van de buitenwereld (mijn telefoon heeft al die dagen op flight-mode gestaan), geen boeken en daarmee geen enkele vorm van afleiding. Zelfs schrijven zat er niet in. Het had mij van tevoren angst ingeboezemd. Zou ik stiekem toch meer verslaafd zijn aan mijn telefoon dan ik altijd dacht? Zou het grote zwarte gat wat ik voorzag rond ‘niets doen’ zo griezelig zijn als ik vermoedde? Maar er is geen moment geweest dat ik in de verleiding was om even te kijken of er nog berichtjes waren binnengekomen. Nou was er ook niet veel gelegenheid: de eerste meditatie begon om 06:45 en het programma liep door tot 22:00 uur met afwisselend zittende en lopende meditaties. Alles, inclusief de maaltijden, in stilte. Dagelijks was er om 18 uur een lezing over een thema rondom Mindfulness en ’s avonds een uur Questions and Answers (en ja, dan mocht de vragensteller praten). Eigenlijk waren er overdag maar twee momenten van pauze: een uurtje na het ontbijt en na de lunch. Omdat mijn nachten vrij kort waren, was de pauze in lunchtijd snel gevuld: siësta! En de pauze na het ontbijt gebruikte ik om wat eenvoudige oefeningen te doen om het lichaam wat soepel te houden. Niks engs aan.
Beetje saai weekje dus? Zou je denken: afwisselend zittend en lopend mediteren lijkt niet garant te staan voor een boeiend dagvullend programma. Maar het tegendeel was waar. Nou ja, eerlijk toegeven: tijdens de loopmeditaties (waarin je wordt gevraagd om je pas extreem te vertragen en al je aandacht te geven aan wat je dan voelt in je lichaam) heb ik wel eens het idee gehad dat ik me aan het kwalificeren was voor de nieuwe Olympische sport BSS: Bejaard Super Slenteren. Maar op het moment dat ik het weer voor elkaar kreeg om mijn aandacht terug te brengen naar wat ik voelde in mijn voeten, benen, rug of zelfs mijn gezicht tijdens dit langzame lopen, was er weer een wereld aan ervaringen waar te nemen. Ik bedacht dat ik tijdens mijn meditatieve wandelingen als een soort pelgrim op ademtocht was.
Nog indrukwekkender was wat ik meemaakte tijdens de zittende meditaties. Voor het eerst sinds ik zeven jaar geleden ben begonnen met mediteren, lukte het me om mijn adem te blijven volgen in mijn lichaam zonder afgeleid te worden door gedachten. Beetje trage leerling dus, maar beter laat dan nooit. De instructies die ik deze keer kreeg aan het begin van de retraite waren overigens niet anders dan die ik hiervoor ooit had gekregen: volg je ademhaling, kijk waar je die kunt waarnemen in je lichaam en als je merkt dat je wordt afgeleid door gedachten, breng dan je aandacht weer terug naar de adem en de lichamelijke sensaties in het ‘hier en nu’. Dat had ik hiervoor stug geprobeerd, op zoek naar de stilte als wenkend perspectief. En afgelopen week leken de puzzelstukjes ineens in elkaar te vallen. Er ontstond een organisch geheel van lichaam en adem dat heel sereen aanvoelde. Mijn gedachten waren er nog wel, maar meer in de verte op de achtergrond. En verder werd ik er in de loop van de week steeds beter in om op te merken dat ik was afgeleid en kon ik vervolgens mijn aandacht makkelijker terugbrengen naar mijn lichaam. Doodvermoeiend overigens, zodat ik aan het einde van iedere dag blij was dat ik in mijn sobere smalle bedje lag.
Nee, afkicken van de afleiding van alledag was niet zo moeilijk. Veel moeilijker is het, blijkt na 24 uur terug te zijn in het gewone leven, om af te kicken van de stilte en de geconcentreerde aandacht. Het lukt me niet, zoals ik anders zo graag doe, om bij mijn krantje mijn boterham op te eten. Het is te veel tegelijkertijd. Maar hier heb ik op getraind afgelopen week: om moment per moment, ademtocht per ademtocht, de werkelijkheid waar te nemen zoals die zich aan mij voordoet.
8 Comments