Bijzonder saai

Toen wij zo’n dertig jaar geleden onze intrek namen in ons nieuwe huis, een wat kubistisch vormgegeven woning, kwamen er veel mensen langs om ons optrekje te bekijken. Sommigen vonden het prachtig, anderen noemden het ‘bijzonder’ of ‘anders’ – keurige termen om ons duidelijk te maken dat ze het ‘wanstaltig’ of ‘zonde van het geld’ vonden. Ik moet eraan denken nu de dagen zich hoe langer hoe meer aaneen beginnen te rijgen tot een snoer van gecultiveerde parels: allemaal even groot, allemaal hetzelfde van kleur, de een niet te onderscheiden van de ander. Op zich niks mis mee, maar wel saai. Heel saai.

Over vijf jaar zal ik me deze Corona-periode herinneren als een eenheidsworst van dagen, waarop ik om kwart over zeven op stond, mijn ontbijt maakte, via Zoom mijn Chi Kungles volgde, de krant las, een beetje werkte, lunchte, weer wat werkte, een wandelingetje maakte met mijn geliefde, heel veel boeken las, FaceTime-de met mijn moeder, kookte, at, het achtuur-journaal bekeek, Netflixte en weer naar bed ging. Soms scheen de zon, soms regende het, o ja, het heeft zelfs een dag serieus gesneeuwd, maar het was saai. Heel saai.

Zou het nog uitmaken, vroeg ik me af, als ik het wat omfloerster zou formuleren en deze periode  ‘bijzonder’ of ‘anders’ zou noemen? Want hier en daar zit er namelijk een afwijkend pareltje aan de ketting. Dat is bijvoorbeeld een dag waarop ik een lange wandeling maakte met een vriendin, of de hilarische avond die we hadden met vrienden waarop we lp’s van vroeger draaiden met een ouderwetse platenspeler. Maar ook de wandeling langs de bijna bevroren Reeuwijkse Plassen waarbij er minutenlang een ijsvogel van boom naar boom met ons meevloog. En die tocht door de besneeuwde duinen waar tout Den Haag ineens was uitgerust met skipakken, snowboots en sleetjes. O, en het huiskamertheater bij mijn schoonzus waar we op maandagavond filmpjes keken toen er nog geen avondklok was. Of het etentje waarbij mijn neef van drieëntwintig zo mooi uitlegde dat de lockdown voor zijn generatie zoveel ingewikkelder is omdat zij hun netwerk nog aan het opbouwen zijn. Zij kunnen én niet verder met het uitbouwen daarvan en omdat het nog in aanbouw is, hebben ze ook nog eens minder mensen om op terug te vallen. Of die zaterdagavond in september waarop een andere neef met zijn band Avi on Fire tijdens een spetterend optreden zijn album presenteerde in de grote zaal van Paradiso, mét anderhalve meter afstand tussen de bezoekers. Het prachtige weer in 2020 en al die keren dat we, tot de tweede lockdown, in het park Chi Kung en Tai Chi konden trainen. Of die keer dat we om elf uur ’s ochtends als zevende en achtste bezoeker het verstilde Van Goghmuseum binnenkwamen. Dat we begin januari vierden dat we acht uur daglicht hadden, op 29 januari negen uur en nu al tien uur in de pocket hebben.

Het is dus maar wat ik mezelf vertel. Als ik blijf volharden in ‘saai’, zal dat zeker mijn beleving van de Corona-dagen kleuren. Ja, de dagen zijn beperkter en zo nu en dan gespeend van impulsen van anderen. Het is zeker ‘anders’, maar misschien vooral ‘bijzonder saai’.

Geschreven door

4 Comments