Vestje spugen

Ik ben op mijn vestje gespuugd door een gastje van een jaar of veertien. Hij liep met een groepje vrienden in het winkelcentrum waar ik ook aan het winkelen was terwijl ik door zijn kluitje matties heen liep.

Het deed me meteen denken aan de keer dat ik nog bij Randstad Uitzendbureau werkte en ik een uitzendkracht opving die net was ontslagen. Hij had de telefoon van zijn werk gebruikt om een gesprek met zijn familie in het buitenland te voeren. Ik kan me niet meer herinneren of hij was betrapt of verraden, maar het resultaat was dat hij op staande voet was ontslagen.

Even voor de couleur locale: ik werkte op de kleinste vestiging van Randstad die er bestond. Midden in een woonwijk was er een kantoortje gevonden van waaruit ik mijn toko bestierde. De meeste dagen was ik er alleen. Dat was nooit een probleem: de vestiging was in Berkel en Rodenrijs dat toen nog zo slaperig was dat de winkels tussen de middag dicht gingen zodat de winkeliers even rustig konden eten.

De uitzendkracht in kwestie kwam briesend binnen. Ik vroeg hem te gaan zitten en te vertellen wat er was gebeurd. Hij had inderdaad gebeld met het buitenland, maar vond dat de gewoonste zaak van de wereld. Waar was die telefoon anders voor? Hem was groot onrecht aangedaan en wat ging ik daar aan doen? Met priemende ogen en een verbeten gezicht keek hij mij dwingend aan. Toen bleek dat ik niet van plan was om iets aan de situatie te veranderen en vroeg hoe hij het eigenlijk in zijn hoofd had gehaald begon hij te schelden en wild te gebaren. Omdat ik die dag alleen was, leek het me verstandig om hem zo snel mogelijk het kantoor uit te krijgen. Rustig kwam ik achter mijn bureau vandaan, liep naar de deur, hield die voor hem open en vroeg hem om weg te gaan. Dat was geen handige move, want daarmee had ik mezelf ineens in een vreemd hoekje gemanouvreerd en had ik die veilige tafel niet meer tussen hem en mij in. Hij kwam woest scheldend op me af. Ineens was zijn gezicht vlak bij het mijne. Ik dacht dat ik een kopstoot zou krijgen, maar zijn hoofd trok wat terug. Ik hoorde een snorkelend geluid en voordat ik het wist had ik een grote klodder spuug op mijn vestje. Hij knalde de deur achter zich dicht en liet mij trillend achter. Dit had ik niet handig aangepakt… In plaats van te de-escaleren, hem stoom af te laten blazen en tot rust te laten komen, had ik olie op het vuur gegooid en de boel laten klappen. Ik was er eigenlijk genadig van afgekomen.

Terug naar het winkelcentrum, waar wegens Covid wandelrichtingen zijn aangegeven. Ik houd rechts aan, totdat ik ongeveer 100 meter verderop aan de linkerkant de winkel zie waar ik moet zijn. Omdat je niet overal even makkelijk kan ‘oversteken’, besluit ik tegen het wandelverkeer in te gaan. Moet wel even kunnen, toch? Ik loop dwars door een groepje jongens van een jaar of veertien. ‘Da’s niet zo handig hè, mevrouw?’, zegt een van hen op een vrolijk vermanende toon terwijl hij plaats voor me maakt. Beschroomd loop ik de winkel in. Ik schaam me niet alleen, ik ben eigenlijk vooral heel erg onder de indruk en bedenk dat ik wel wat van hem kan leren. Zelf vind ik het altijd lastig om iemand aan te spreken op zijn of haar gedrag. Zo jeugdig als hij is, trof hij precies de juiste toon. Hij heeft me op mijn vestje gespuugd. Maar wel op een hele charmante manier.

Geschreven door