Kleur bekennen in de herfst

Kleur bekennen in de herfst

Getergd onderga ik de onuitputtelijke liefde, tijd en aandacht van de jongen die me helpt bij groentezaak Het Wagenwiel bij mij op de hoek. Ik kan er geen geduld voor opbrengen want over vijf minuten staat er een klant voor mijn deur. Ik vraag een rijpe avocado. Voorzichtig, alsof hij twee net gelegde eieren in zijn handen heeft, moet ik testen welke van de twee ik als ‘eetrijp’ bestempel. Voor de vorm prik ik wat en zeg veel te snel naar zijn zin: “Geef die linker maar.” En ik krijg een heel appel-exposé als ik teleurgesteld ben omdat mijn lievelingsappels er niet meer zijn. “Nee sorry”, zegt hij, “we hebben de Alkmene appels vorige week uit de bakken gehaald. Ze waren gewoon niet goed genoeg meer. En als ze niet goed genoeg meer zijn….” “Ja, dan zijn ze gewoon niet goed genoeg meer”, maak ik zijn zin ongeduldig af. Maar gelukkig heeft hij wel Cox Orange. “Grote of kleine?” Grote!, gilt mijn gestresste geest. Die heb je eerder bij elkaar gezocht, en ja, het mag ietsje meer zijn!  Maar ik houd mij in en zeg alleen: “Grote graag.” “Geef uw tas maar, dan doe ik alles er even netjes in”, zegt de lieverd. Ik aarzel. Mijn tas geven? Ik kan die paar zakjes toch zeker zelf wel inpakken? Hij ziet mijn aarzeling. “Ik ben er echt heel handig in. En dan kunt u ondertussen afrekenen.” Nou heeft hij me te pakken. Alles voor een beetje tijdwinst. “U wilde toch pinnen? Dat mag daar, bij mevrouw Wagenwiel.” Hij wijst naar het einde van de toonbank waar mevrouw Wagenwiel, de eigenaresse van de zaak staat. Met een beetje mazzel ga ik het redden. Zij is altijd wel van het doorpakken. Maar nee, ik tref haar net in haar filosofisch kwartiertje. “Leuk hè, die oude mensen”, zegt ze wat dromerig en knikt vertederd naar het bejaarde echtpaar dat net na mij de zaak is binnengekomen en nu door de jongen wordt geholpen. “Die wachten liever vijf minuten op hem, dan dat ze door mij of door een ander geholpen worden.”

“Het is ook eigenlijk wel een leuke jongen”, denk ik als ik mijn boodschappentas in mijn fietstas prop en wegrace. “En dat echtpaar heeft ook alle tijd van de wereld dus waarom niet?” Maar meteen daarna dringt het tot me door dat hun tijd wellicht kostbaarder is, omdat er waarschijnlijk minder van over is dan van de mijne. Het zou dus ook tot meer ongeduldigheid kunnen leiden. En dat is nou net iets dat ik niet koppel aan ‘oude mensen’. Misschien lukt het in de herfst van je leven wel beter om kleur te bekennen, net zoals de bomen in een herfstbos. Dat je de tijd die je nog te gaan hebt wilt vullen met dingen die je fijn en belangrijk vindt. Dat de mening van anderen daarover minder hard aankomt of telt. Kleren aantrekken die lekker zitten, maar niet meer volgens de laatste mode zijn. Je handen en je mond afvegen aan het tafelkleed in een restaurant, omdat gesteven katoen altijd fijner aanvoelt dan het papieren servetje naast je bord. En wachten op die leuke jongen in de groentezaak, omdat die je altijd zo lief helpt met je karretje inladen. Als ik er zo over nadenk zou ik mezelf gunnen om niet te hoeven wachten op mijn herfst om op die manier in het leven te staan. Toch die tribal tatoeage op mijn bovenarm zetten ook al zal die er later uit gaan zien als een verkreukelde tekening. Kijken hoe ik er uitzie met roze haar (alhoewel oude dames zich geloof ik meer specialiseren in een paarse gloed). Maar ook wat eerder iemand bellen of bij iemand langsgaan in plaats van even snel een appje te sturen. En mezelf de tijd gunnen om op die aardige Wagenwiel-jongen te wachten de volgende keer. Of te merken hoe leuk zijn collega’s zijn als ik toch weer eens ‘zomerse’ haast heb en met mijn lelieblanke armen en blonde koppie zelf mijn boodschappen inpak.

 

 

Kleur bekennen in de herfst

Geschreven door

3 Comments