‘Kijk nog maar eens goed om je heen. Dit is de laatste keer dat jullie hier op school zo met elkaar aanwezig zijn. Zes jaar lang zijn jullie met elkaar opgetrokken, heb je vriendschappen gesloten, moeilijke en vrolijke momenten gedeeld en hopelijk ook nog de nodige kennis opgedaan. Straks gaan jullie allemaal je eigen weg en kom je nooit meer in deze samenstelling bij elkaar. Geniet dus vooral met volle teugen van deze middag én neem de tijd om goed afscheid te nemen van iedereen!’
Ouders en genodigden van de diploma uitreiking van de VWO-leerlingen voelen een brok in de keel bij deze weemoedig stemmende woorden van de rector. Wie herinnert het zich niet? De bezwerende uitroepen (‘We blijven elkaar zien!’, ‘Ik bel je na de vakantie!’) voordat je, met je diploma en cijferlijst in de hand en pijn in je hart, bij je ouders in de auto stapte.
Al heel jong leerde ik, net zoals iedereen, hoe je afscheid hoort te nemen. Naast ‘papa’ en ‘mama’, was ‘da-da’ met een zwaaiend handje erbij, waarschijnlijk een van de eerste woordjes die ik sprak. Toen ik wat ouder was, moest ik mensen een hand of een kusje geven als ik wegging, al naar gelang de aard van de relatie. Ik vond dat als kind nogal een gedoe op feestjes: wie kreeg die hand en wie die knuffel? Op enig moment had ik bedacht dat ik voor de betreffende volwassene ging staan, ‘dahag’ zei en keek of er een hand of een getuite mond naar mij toe kwam. Learning by doing. Gelukkig ben ik dat proces goed machtig geworden in de loop der jaren, hoewel ik ook altijd lichtelijk jaloers ben op mensen die in de deuropening van een kamer vol feestgedruis ‘Dag allemaal!’ roepen, begeleid door een armzwaai. Lekker overal van af. Die zijn meer van het credo ‘Learning by not doing’.
Maar afscheid nemen op een verjaardagsfeestje is peanuts vergeleken bij de feestjes waarin afscheid wordt genomen van jou, bijvoorbeeld omdat je ander werk hebt gevonden. Vaak zijn er budgetten en draaiboeken waarin is vastgelegd met hoeveel personen en voor hoeveel geld je uit eten mag én wie er wat over je gaat vertellen. Toen ik jaren geleden van baan veranderde, besloot ik om die reden dat ik geen afscheidsreceptie wilde. Ik vond mijn leidinggevende een dermate oetlul, dat een afscheidsspeech van hem thuishoorde in de categorie ‘nachtmerries’. Ik vertrok met stille trom. Achteraf heb ik daar spijt van gehad: ik had mezelf ook de mogelijkheid ontnomen om goed afscheid te nemen van mijn collega’s met wie ik het altijd heel fijn had gehad.
De leerlingen die deze week hun diploma kregen hebben het misschien niet zo in de gaten gehad, maar de conclusie die ik uit de speech trok was: goed afhechten voorkomt rafeltjes. Je kan het maar beter jong geleerd hebben.
3 Comments