De kussentjesdief

Als een van de laatste passagiers loop ik het vliegtuig binnen en ga op zoek naar mijn plaats. In het gedeelte van de Comfort-zone met extra beenruimte, zie ik een plek bij het raam. Ik heb mazzel: die blijkt voor mij te zijn. De stoel aan het gangpad en die in het midden zijn al bezet. De man aan het gangpad is verdiept in zijn e-boek, maar zodra hij in de gaten heeft dat ik er even langs wil, staat hij op om plaats te maken. Ik probeer oogcontact te maken met de dame in het midden van ons rijtje. Zij leest groots ritselend de krant en omdat zij een koptelefoon op heeft, is het lastig om contact te krijgen met haar. Als ik daarom maar alvast verontschuldigend richting de stoel aan het raam schuifel, kijkt ze me hooghartig aan en beweegt voor geen millimeter. Dankzij de extra beenruimte lukt het om me te installeren zonder op haar tenen te staan. Ik zie dat ik twee kussentjes op mijn stoel heb liggen en trek de conclusie dat dat ook bij de extra service van de Comfort-zone hoort. Ik pak mijn iPad om de krant te gaan lezen. Eigenlijk overbodig, want de linker pagina van de krant van mijn buurvrouw flappert uitnodigend voor mijn neus. Ik beheers het Noors alleen wat minder en probeer me dus te concentreren op mijn eigen leesvoer. Als ik mijn rechter elleboog op de armsteun neerleg en die van haar aanraak, krijg ik een vinnig stootje van haar. Hoezo: “Sit back, relax and enjoy the service of our crew during your flight”? Ik heb de komende tien uur iemand naast me die op oorlogspad is.

Ik merk bij mezelf twee sterke neigingen. De eerste is om terug te vechten: Ho ho Noorse trol, we gaan ons niet even die armleuning toe-eigenen, begrepen? Die is zowel van jou als van mij en het feit dat jij hier eerder zat maakt niet dat je er meer recht op hebt. De tweede is om me vooral heel klein en onzichtbaar te maken en haar vooral de ruimte te geven die ze nodig heeft. Omdat we nog een lange reis te gaan hebben, kies ik voor de tweede. Na het diner nestel ik me met mijn twee kussentjes in een goede slaappositie en zak weg. Na een uur of twee uur word ik wakker en besluit ik even heen en weer te gaan lopen in het gangpad, naar de wc te gaan, wat te eten en drinken te halen en weer verder te slapen. Als ik terug kom ligt mijn buurvrouw in coma en ik ben bijna vertederd als ik zie hoe ze, als een klein kindje, haar armen boven haar hoofd heeft gevouwen. Ik ga zitten en zoek mijn deken en kussentjes weer bij elkaar. Ik had er toch twee? In geen velden of wegen is mijn tweede kussentje te vinden. Zou mijn buurvrouw…? Het is de enige conclusie die ik kan trekken. Alhoewel ik bij haar óók maar één kussentje zie. Had zij die van haar misschien op mijn stoel gelegd omdat hij bij het instappen in de weg lag? Dan is die coma ook nog niet zo diep. En met een forse ‘per ongelukke’ draai, trek ik haar dekentje een eind met me mee. Als je oorlog wilt, dan krijg je hem ook. Haar ogen schieten vuur, ik verontschuldig me allerliefst.

De adrenaline zit me hoger dan me lief is en dus slaap ik niet direct in. Ik zie dat ik in een bekende valkuil van menselijk gedrag ben getuind. De Amerikaanse psycholoog Timothy Leary heeft daar een mooi model over ontwikkeld. Hij zag dat mensen die dominant gedrag laten zien, bij anderen ondergeschikt gedrag oproepen. Omgekeerd is dat ook het geval: iemand die zich ondergeschikt gedraagt, roept bij anderen dominant gedrag op. Dit omschrijft Leary als boven- en onder-gedrag. Verder zag hij dat mensen die agressief zijn, agressief gedrag bij anderen oproepen. Maar gedrag dat gericht is op samenwerken werkt óók aanstekelijk. Hij noemt dit tegen- en samen-gedrag. Deze twee soorten gedrag heeft hij in een assenstelsel gecombineerd en dat leverde een soort windroos op: de Roos van Leary. Mijn buurvrouw liet zich volgens mij indelen in het segment boven/tegen. In eerste instantie bevond ik me nog in het segment onder/samen, maar nadat mijn kussentje was verdwenen, leek ik het wapengekletter van mijn buurvrouw niet langer te kunnen weerstaan en liet ik onder-tegen gedrag zien. Volgens Leary zit de oplossing in het consequent laten zien van samen-gedrag vanuit een gelijkwaardige positie. Veel fijner ook. Zonder dat ze het weet sluit ik vrede. Als ik me inleef in haar vind ik ineens dat ze ook wel wat credits verdient in die stoel in het midden. En zeker dat kussentje. Tijdens het ontbijt biedt mijn buurvrouw mij haar bekertje jus d’orange aan. Zou het echt zo makkelijk zijn? Als ik na de landing mijn spullen bij elkaar pak, tref ik verstopt onder mijn stoel een verweesd kussentje aan. Mijn buurvrouw zie ik in de verte vooraan in de rij staan om het vliegtuig als eerste te kunnen verlaten.

Geschreven door

2 Comments