Fabrieksinstellingen

Het is een donkere, grijze ochtend. De regen komt met bakken naar beneden en de rood kleurende amberboom doet daar nog een schepje bovenop door zich gestaag te ontdoen van zijn blaadjes. Zelfs met een extra vest krijg ik het maar niet warm, terwijl de thermostaat aangeeft dat ik niet moet piepen. Er is niets wat mijn aandacht vangen kan vanochtend. Een algehele lusteloosheid heeft bezit van me genomen en zorgt ervoor dat ik bij het minste of geringste de handdoek in de ring gooi. Na een uur is het resultaat dat ik de BTW-aangifte maar weer een dag uitstel, de offerte die ik moet schrijven voor een nieuw coachtraject besluit op te slaan omdat ik na de aanhef ‘Beste Nico,’ niks zinnigs op papier krijg en ik steeds meer last begin te krijgen van mijn rug. De remedie is heel eenvoudig: wandelschoenen aan en naar buiten. Maar het regent, dus word ik nat, dus blijf ik binnen.

Op enig moment word ik me gewaar van mijn interne gedrens en gemopper en schiet in de lach. Ik moet denken aan het bezoek dat ik ooit bracht aan een schoolvriendin die met haar gezin in het noordelijkste puntje van Friesland woont. Haar jongste zoontje, toen een jaar of vier, was thuis en reed op zijn mini-tractortje rondjes om ons heen terwijl wij buiten in het zonnetje ons leven doornamen. Er was bij mij veel gebeurd en ik vertelde haar over mijn wel, maar vooral over mijn wee.
Ik was even naar binnen geweest om naar het toilet te gaan. Toen ik weer buiten kwam, stond haar zoontje met zijn rug naar mij toe en was in gesprek met zijn moeder: ‘Wa is sy eins? Hja praat ek sa raar: wraah, wraah, wraah!’ (Wie is zij eigenijk? Ze praat ook zo raar: wraah, wraah, wraah.) Ter ondersteunig van de ‘wraah’s’ wapperde hij ook nog met zijn handjes. Ik kon een grote proest niet onderdrukken en gierde het uit. Als door een wesp gestoken draaide hij zich om, sprong met een rood hoofd op zijn tractor en bleef de rest van mijn bezoek onzichtbaar. Onderweg naar huis bedacht ik wat een prachtige verklanking hij had gemaakt van mijn klaagzang over mijn ‘zware leven’: ‘Wraah, wraah, wraah!’
Ook vanochtend moet ik er opnieuw om grinniken en zorgt zijn imitatie ervoor dat ik mijn wandelschoenen pak en naar buiten ga om een uur later weer fris en fruitig terug te zijn.

Hoe komt het toch dat ik altijd lijk te vergeten welk effect zo’n wandeling op mij heeft? Want als de lucht morgen opnieuw loodgrijs is, is het nog maar de vraag of ik dan meteen naar die wandelschoenen grijp. Het lijkt wel of ik iedere nacht word teruggezet naar mijn fabrieksinstellingen en dat nieuwe ervaringen maar lastig beklijven. Misschien moet ik terug naar de fabrikant – mijn moeder in dit geval. Wellicht is er een terugroep-actie geweest waarvan ik niet op de hoogte was of is er een nieuwe versie beschikbaar waarbij de fabrikant iets heeft gedaan aan de ‘wraah’-bug. Maar ze zal wel weer vinden dat de garantietermijn is afgelopen of om het bonnetje vragen dat ik natuurlijk niet meer heb. Inderdaad: ‘Wraah, wraah, wraah.’

Geschreven door

3 Comments