Genoegdoening en de Anonieme Alcoholisten

Het is december 2016. Samen met vriendin B. en M. haal ik herinneringen op aan een vakantie waar we met z’n drieën in ons Italiaanse zomerhuis waren. “Zullen we komende zomer nog eens gaan?”, stelt een van hen voor. We worden alle drie meteen enthousiast, pakken de agenda’s en binnen de kortste keren hebben we een geschikte week gevonden. Handig dat we dat nu al hebben vastgelegd, dan kan ieder van ons de werkplanning daar goed op afstemmen. Bij de Low Cost Carriers zijn de tickets nog zeer voordelig zodat we bijna voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. De voorpret kan beginnen. Vriendin B. begint alvast met het verzamelen van recepten voor de bereiding van polpo, geroosterde aubergineschotels, goede smeersels voor op brood en toetjes met kersen, want die zullen rijp aan de bomen hangen. Vriendin M. poetst haar Italiaans alvast wat op en ik bedenk wat we zoal kunnen gaan doen met drie vrouwen op een Italiaanse berg.

Afgelopen week stuurde ik hen de instapkaarten en een lijstje met wat wel (zonnehoed, boeken, wandelschoenen) en wat niet (föhn, zonnebrand, dekbedhoezen) in het koffertje te gooien. En dan volgt er als antwoord van vriendin B. niet de vraag of ik ook een sudderpan heb voor een goede Piemontese Peposo, maar de totaal onverwachte mededeling: “Ik ga niet mee. Mijn baas heeft een grote nieuwe klant binnen gehaald, waardoor ik ineens verzuip in het werk…” Ze werkt bij een klein bedrijf en is net bezig om een nieuwe collega in te werken. De nieuwe klant vraagt om uitzonderlijke procedures en daar heeft haar collega nog geen kaas van gegeten. De recepten van polpo, peposo en kersen belanden in de prullenbak. “Als pleister op de wonde mag ik van m’n baas een keertje naar zijn vakantieverblijf komen”, zegt B. “Effe lekker! En wij dan?”, vraag ik vinnig. Vriendin M. en ik vinden namelijk dat het behoorlijk kaal voelt om zo zonder haar op pad te gaan. “Ik vind eigenlijk dat wij ook genoegdoening verdiend hebben van je baas. Hij schopt onze hele vakantie in de war en stuurt ons niet eens zoveel als een excuus.” Hoe langer ik er over nadenk hoe bozer ik word. Ja, genoegdoening, dat is wat ik wil! Maar wat is genoeg? Een etentje met elkaar? Met z’n drieën naar zijn vakantieverblijf? Een Italiaanse kookcursus per direct voor M. en mij om zo de kookkwaliteiten van B. niet zo te hoeven missen volgende week? Is er iets wat hij kan doen om dit goed te maken?

Ik citeer soms in een coachgesprek met een cliënt wel eens het Gebed om Kalmte en vertel dat dat bij iedere bijeenkomst van de AA (Anonieme Alcoholisten) gezamenlijk wordt opgezegd. Ik zie ze dan vaak wat verbouwereerd kijken. “Huh, hoe weet zij zoiets nou?”, hoor ik ze denken. Maar dat is slechts te danken aan mijn verslaving aan de tv-serie Grey’s Anatomy waar met regelmaat verslaafde artsen naar AA-bijeenkomsten gaan. Het gebed gaat als volgt:

Schenk mij de kalmte om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen,
De moed om te veranderen wat ik wel kan veranderen
En de wijsheid om het verschil tussen die twee te zien.

Ik voel de moed van de moraalridder in mij branden. Zo ga je niet om met je werknemers! Iemand die zo trouw is aan jouw bedrijf zou je op handen moeten dragen! Je wist dit al in januari! Ze loopt bij je weg als ze iets anders kan vinden. En terecht. Zie dan maar eens zo’n bekwame dame terug te krijgen! Maar ik bedenk dat het niet mijn strijd is om te strijden. B. zal haar baas een mail sturen om hem van mijn grieven op de hoogte stellen. Dat is vooralsnog het enige dat ik als Jeanne D’Arc kan doen. Verder rest mij de kalmte. En de hoop. Op genoegdoening. Al is een oprecht ‘sorry’ denk ik al voldoende.

Geschreven door