De verkeerde rij

De verkeerde rij

Met mijn mandje boodschappen loop ik richting de kassa, op zoek naar de beste rij om af te rekenen. Ik zie er een met een kinderwagen en een karrevracht vol Pampers, melk, kaas, broden, diepvriespizza’s en blikken erwtensoep. Maar ook eentje met twee klanten die elk weinig in hun mandje hebben. Mijn inschatting is dat me dat minder tijd kost. De man achter wie ik aansluit stapelt zeven pakken Douwe Egberts decaf koffiepads op de band. En zonder dat ik er erg in heb, komen er allerlei vragen boven drijven. Zou hij het voor zijn bedrijf halen? Of voor de postzegelverzamelclub waar trillende vingers uit den boze zijn? Of is zijn vrouw heel erg gesteld op haar kopje koffie voor het naar bed gaan, maar levert gewone koffie slapeloze nachten op? En zou het dan in de aanbieding zijn of is zij een grootverbruikster? We wachten allebei op de klant voor hem. Deze dame wil een fles port afrekenen, maar de kassa scant donuts. “Donuts?”, zegt zij verontwaardigd, “Die wil ik helemaal niet. Ik wil port.” De jongen achter de kassa kijkt bedremmeld van het beeldscherm naar haar. Nog eens scant hij de port en opnieuw verschijnen er donuts op zijn scherm. Hoe hij ook zijn best doet, hij krijgt ze er niet vanaf. Er moet een hoofdcassière bij komen. Maar die is in geen velden of wegen te bekennen en nadat ze voor de tweede keer is omgeroepen zegt de koffieman tegen de portdame: “Ach, we hoeven toch niet meer te werken. Maakt het uit…” En dat is het startsein voor mijn geest om zand te strooien in de radartjes van mijn prettige zen-wachtmodus en mij te verleiden tot grote irritatie. Alles wat er van nu af aan gebeurt wordt in mijn hoofd met ongeduld, cynisme en ‘heb ik weer’-zinnen becommentarieerd. Weg leuke observaties van klanten voor me. Ik ben slachtoffer en dat zal ik weten ook. Als de hoofdcassière eenmaal boven water is en de donuts heeft verwijderd, besluit ze een extra kassa te openen om de inmiddels forse rij maar even weg te werken. “De volgende in de rij graag!” En dat ben ik. Al met al toch nog redelijk snel gegaan.

Thuis gekomen verwonder ik me over mijn kregeligheid. Het doet me denken aan de tijd dat ik ’s-ochtends op de fiets naar mijn werk ging. Ieder rood verkeerslicht leek er te staan om mij te pesten. Dus negeerde ik ze en fietste met gevaar voor eigen leven (en wellicht dat van anderen) naar eigen inzicht over kruispunten  heen.  Totdat ik een keer bijna werd geschept door een auto. Klaar ermee, KamikazeCorientje! Voortaan wacht je gewoon tot het licht op groen staat. Zie het maar als een kleine welverdiende pauze in je fietstocht, waarin je even helemaal niets hoeft te doen. En tot mijn verbazing, lukte me dat nog ook! De bijvangst van dit nieuwe gedrag was dat ik veel rustiger en meer ontspannen op kantoor aankwam. Zou die truc ook toe te passen zijn op het wachten in een rij?

Een paar uur later sta ik in de rij om bij een crematie het gastenboek te tekenen. Opnieuw scant mijn oog welke rij de minste wachttijd oplevert en opnieuw kies ik verkeerd. Blijkbaar hoef je niet alleen je naam en adres in te vullen, want de vrouw voor mij blijft maar bezig. “Schrijf je ‘gastvrijheid’ nou met één of twee lange ij-en?”, vraagt ze aan degene die naast haar staat. Ik voel de irritatie alweer opkomen. Mijn voornemen van nog geen halve dag oud is al gesneuveld en nog wel onder omstandigheden waarin een beetje contemplatie wel op zijn plaats is. Ik besluit terplekke grover geschut in te zetten: in het vervolg kies ik gewoon de langste rij. Kan het nooit meer tegenvallen, heb ik dus niets meer te klagen en krijg ik optimaal de gelegenheid om te oefenen. Of het werkt? Ik wacht rustig af.

 

 

De verkeerde rij

Geschreven door

3 Comments