Ik wist het niet. Echt, ik had me niet gerealiseerd dat ik mijn Chi Kung-lessen zo had gemist. Ik had tenslotte bijna dagelijks een filmpje toegestuurd gekregen van mees Mark en had zo de afgelopen weken dagelijks mijn Chi Kung-skills kunnen trainen. Niet dat ik dat dagelijks deed – er waren dagen dat ik er niet aan dacht, dagen dat ik excuses verzon om het niet te hoeven doen, maar gelukkig ook veel dagen dat ik wel de tijd nam om een mooi plekje te vinden en te trainen. En dat was heel anders met zo’n schermpje voor mijn neus! Nog nooit had ik zo duidelijk gezien hoe een oefening gedaan moest worden. Mees Mark stond nu namelijk recht voor mijn neus en ik kon hem naar believen stopzetten of terugspoelen. Maar soms vond ik een YouTube les ineens ook saaier dan saai, vond ik het lastig om me te concentreren en had ik de neiging om Mark weg te klikken en andere Hele Belangrijke Dingen te gaan doen. In een groepsles had ik daar zelfs nog nooit de neiging toe gevoeld.
Vorige week kreeg ik bericht dat we voor het eerst weer met elkaar les zouden krijgen. En voorlopig nog niet binnen, maar in de buitenlucht. Om negen uur ’s ochtends stond ik in het Rosarium van het zonovergoten Westbroekpark waar de rododendrons overdadig bloeiden, vogels vrolijk kwinkeleerden, een zacht briesje om mijn hoofd blies en de goed onderhouden grasmat als een groene loper op hooggeplaatst bezoek lag te wachten. Maar het was dit keer niet de natuur waardoor ik helemaal druk en hyper thuiskwam na mijn les. Het uur trainen had zo’n euforie tot gevolg omdat ik al mijn maatjes weer had gezien. Maar niet alleen mijn maatjes. Er waren nog veel meer mensen geweest die ik nog nooit eerder had ontmoet, maar waar ik bij voorbaat van hield omdat zij, net als ik, niet konden wachten om weer samen een Chi Kung-les te volgen. Samen dus. De grote gelukzaligheid die dat tot gevolg had, bezorgde me zo’n flow dat ik me een Chinees waande die ergens op de wereld in een park in Chinatown haar oefeningen deed met haar makkers.
Eenmaal thuis bedacht ik dat ik me in het park bewust was geworden van het gemis aan die gezamenlijkheid. Tussen de rozenstruiken van het Rosarium werd ik als Doornroosje wakker gekust uit een diepe Corona-slaap. En, zoals het hoort na een honderdjarig dutje, heb ik een gezonde zin in meer. Keurig op afstand natuurlijk; ik kan en mag me niet overeten. Ik moet er niet aan denken wat er met me zou gebeuren als ik iedereen ineens weer mag omhelzen, knuffelen, handen vast mag pakken en over haren strijken. Nee, laat dat maar langzaam, stapje voor stapje gebeuren. Dan staan me nog veel euforische momenten te wachten.
7 Comments