Hoe komt het toch dat we maar zelden tevreden zijn met onze leeftijd? Ik herinner me de vijftiende verjaardag van een van mijn nichtjes. Stralend deed ze voordeur open en begroette ons met een jubelend: ‘Volgend jaar ben ik zestien!!’
Van mezelf weet ik dat ik als meisje van een jaar of zes tijdens boswandelingen steevast aan de randen van het pad ging lopen. Dan moest ik namelijk bukken voor de overhangende takken (moeten bukken stond gelijk aan volwassen zijn). En je kon mij als tiener geen groter plezier doen dan me ouder te schatten dan ik was. Wanneer het omslagpunt precies geweest is weet ik niet, maar ik vind dat helemaal niet meer zo leuk.
Omdat ik van het geboortejaar 1962 ben, ben ik sinds 1 januari 2022 toegetreden tot de groep die wordt opgeroepen voor de jaarlijkse griepprik en voorrang krijgt bij een vaccinatie tegen een volgende Coronavariant. Het zal dus ook niet lang meer duren voordat ik ‘seniorenkorting’ kan claimen bij toegangskaartjes. Maar ik voel me geen ‘senior’ en doe er alles aan om er niet eentje te zijn! Mijn geest is blijven hangen in een geflatteerd veertigers-beeld van mezelf. Volgens dat beeld kan ik fysiek nog alles, ben ik overal van op de hoogte (zeker van trends) en ligt de wereld aan mijn voeten. Ik hoef alleen maar te gaan lopen. De werkelijkheid is iets prozaïscher: diverse onderdelen protesteren bij dat lopen en tja, die trends… Ik loop zó achter, dat het voor iedereen duidelijk is hoe oud ik ben, behalve voor mezelf.
Zo gebruik ik in mijn Whatsapp-berichten punten aan het einde van een zin en zet ik daar regelmatig een ‘huilen van het lachen’-emoticon bij. Sinds ik weet dat alleen vijftig-plussers dat nog doen, kost iedere punt die ik zet me zeeën van tijd. Typ ik hem wel, dan bevestig ik mijn anciënniteit – typ ik hem niet, dan ziet die zin er zo onbeholpen uit. Overigens doe ik dat typen op mijn telefoon in een hybride 50-min/50-plus variant: met mijn linker duim en rechter wijsvinger. Verder dacht ik lang dat een breakout-room iets was wat hoorde bij een Escape-room (en ik was er al zo trots op dat ik wist wat dát was! Als je beide termen niet kent, wordt het tijd een plek in een verzorgingshuis te reserveren.)
Ook onlangs kreeg ik weer twee ‘ouwe lullen-clues’. Ik was in gesprek met een dertiger die en passant zei, dat hij eigenlijk niemand meer in zijn omgeving kent die nog een printer heeft behalve zijn ouders. Oeps! Bij mij vliegen de cartridges er nog doorheen. Clue twee: ‘Wie stuurt er tegenwoordig nog een Word-document in plaats van een pdf’je?’ Ehm, nu niet meer dus.
Vorige maand ben ik begonnen met een cursus psychologie aan de Universiteit van Leiden. De docent vertelde dat onze hersenen enorm veel energie nodig hebben om alle input die dagelijks op ons wordt afgevuurd te coördineren. Om wat ‘prik’ over te houden voor de echt belangrijke zaken, maken we, daar waar het kan, van terugkerende zaken razendsnel een gewoonte. Misschien zou het ook wel energiebesparend zijn om niet meer per se ‘geen boomer’ te willen zijn (wat ik ook helemaal niet ben; als aankomend zestiger ben ik op de nipper van generatie X!). Nu nog de vraag wat ik met al die overschotten aan energie ga doen.
P.s. de foto van mij bij deze blog is met een ‘oudmaak’-programma bewerkt. Maar dat had iedereen natuurlijk al gezien 😂.
7 Comments