De dag is als zand tussen mijn vingers door geglipt vandaag. Ik had me voorgenomen om de dag te starten met een meditatie. Maar toen ik het wekkertje wilde zetten op mijn telefoon, werd mijn aandacht getrokken door een paar nieuwe mailtjes en een whatsapp bericht van een vriendin. Voordat ik er erg in heb, verzeil ik in een levendige app-wisseling met haar. Dan schrik ik ineens als ik zie hoe laat het al is, spring onder de douche en ga fris gepoetst achter mijn computer zitten. Ik moet vandaag mijn administratie doen en heb daar een gloeiende hekel aan. Dus eerst maar even wat leuke mailtjes de wereld in gooien en wat andere mails beantwoorden. Koffie halen, op het internet kijken hoe ongelofelijk aantrekkelijk de aanbiedingen van de Bijenkorf zijn voor spijkerbroeken die ik niet nodig heb en dan is het ineens al kwart voor elf geworden en komt er een klant. Na de lunch probeer ik het nog een keer. Maar ook nu lijken mijn handen op het toetsenbord geen sommetjes te willen maken en zie ik mijn vingers afleidende zoektermen op Google intoetsen. Morgen dan maar. Even de was uit de machine halen. Na een half uur is die droog genoeg om te strijken, maar ik besluit dat ik nu toch eerst boodschappen moet halen, voordat mijn volgende klant komt. Ik race heen en weer naar de Albert Heijn en ben net op tijd terug. Na het eten zie ik nog steeds de stapel was liggen, maar er wacht nog zo’n leuke film op me en dus besluit ik om de was te laten liggen en nestel me voor de tv. Als ik in bed stap, vind ik dat ik een leuke dag achter de rug heb. Maar misschien toch te veel van een verstrooiende aard om er echt een goed gevoel aan over te houden met al die Grote Klussen die nog op me liggen te wachten. De dag is niet alleen als zand tussen mijn vingers doorgeglipt, maar ik heb me ook alleen met zand-achtige zaken bezig gehouden.
Stephen Covey heeft hierover een mooie metafoor: een leraar heeft op zijn bureau twee accu-bakken staan. Onder zijn bureau staan emmers met keien, kiezeltjes, zand en water. Hij pakt er eentje met grote keien en legt die in de accubak totdat deze vol zit. Dan pakt hij een volgende emmer met kiezeltjes en schudt die er voorzichtig in tot er geen kiezelsteentje meer bij kan. Hij pakt vervolgens nog een emmer zand die hij tot de rand toe leegschudt en vult daarna de accu-bak nog af met de emmer water. Dan doet hij het andersom: hij begint met dezelfde hoeveelheid water, dan het zand, dan de kiezeltjes en dan de emmer met de keien. Maar niet alle grote keien passen meer in de bak. “Je zou dit proefje kunnen zien als een metafoor voor hoe je met je leven omgaat”, legt hij aan zijn klas uit. “De accubak is de tijd die je beschikbaar hebt. De grote stenen staan voor zaken die je belangrijk vindt in je leven, zoals familie, vrienden, je opleiding, je werk. De kleinere kiezels staan voor zaken die snel (lijken te) moeten gebeuren, zoals het beantwoorden van mail of whatsapp-berichten. Het zand en water voor de dingen die je geest alleen maar verstrooien, maar niet echt iets toevoegen. Als je altijd voorrang geeft aan het water en het zand, blijft er geen tijd over voor de echte belangrijke dingen in je leven. Maar als je zorgt dat de keien in je leven voorrang krijgen, zal je merken dat er zelfs tijd over blijft voor kiezels, zand en water.”
Ok, morgenochtend dus zonder op mijn telefoon te kijken naar mailtjes en berichten, de dag beginnen met mediteren, dan zonder dralen de administratie aanpakken en wie weet kan ik met een leuke film op de achtergrond die was wel even wegstrijken. Ik voel me nu al een kei.
6 Comments