Lege handen

Terwijl wij op een Italiaans terras een bordje pasta verorberen, kijk ik uit op het dorpsplein waar deze ochtend een grote groentekraam staat. Blijkbaar is het dorp te klein voor marktkooplieden met kleding, kaas of potten en pannen. Drie enorme parasols bieden schaduw aan groente, fruit en klanten. Als tegen enen de schoolbus zijn lading heeft gelost en de kinderen zijn opgehaald door ouders of in een andere schoolbus zijn gestapt om elders te worden afgezet, wordt het stil op het plein.

In de stilte ontrolt zich voor onze ogen een prachtig schouwspel: in alle rust beginnen de drie marktkooplieden hun waren op te ruimen. Halflege dozen worden aangevuld, kratjes worden op elkaar gestapeld, een abrikoos verdwijnt in een mond. De behoedzaamheid waarmee ze eerder hun klanten hielpen, is ook nu nog zichtbaar: van een afstand is haast niet te zien of ze jonge katjes of aubergines overhevelen in een nieuw krat. Na een poosje worden de eerste dozen in de grote, witte vrachtwagen gedragen. Er worden grapjes gemaakt, een van de drie ziet iets geks, de andere twee komen kijken, maar lijken niet te snappen wat er zo gek aan is. Soms staan ze even stil om elkaar iets te vertellen, met alle ondersteunende Italiaanse gebaren van dien, gesticulerend met hun lege handen.

Die lege handen… Verbijsterd kijk ik toe hoe vaak er heen en weer wordt gelopen tussen de vrachtwagen en de marktkraam zonder dat er iets wordt meegenomen. Alsof tijd niet bestaat, alsof efficiency niet bestaat, alsof ze geen van allen een moeder hebben gehad die je toeroept dat je nóóit met lege handen naar de keuken loopt. Als niet-betalende toeschouwer krijg ik een voorstelling te zien waarbij die lege handen symbool lijken te staan voor hun werkplezier. ‘Opruimen’, meestal toch een van de mindere klusjes, verandert voor mijn ogen tot het fijnste moment van de dag en dus tot iets waar je alle tijd voor kan nemen, nee, móet nemen.  Maar als ik even niet heb opgelet omdat mijn panna cotta met frutti di bosco al mijn aandacht vraagt, zie ik ze ineens vertrekken. Met z’n drieën op de voorbank, rijden ze weg. De bestuurder met een arm nonchalant uit het open raam, de andere twee zwaaiend naar de uitbaatster van onze trattoria. Zij heeft overigens niets op met lege handen: geroutineerd stapelt ze schoteltjes en bestek op elkaar, hevelt ze over naar haar linkerhand en pakt met de vrije rechter drie glazen op. Maar ik meen iets verbetens in haar houding waar te nemen.

Lege handen. Ik ga me erin bekwamen.

 

 

Geschreven door

2 Comments