Iedere keer als ik me in iets nieuws wil bekwamen, vergeet ik dat dat echt moeite kost. Zo had ik ooit bedacht om ‘theatersport’ te gaan doen als nieuwe hobby. In een grijs verleden had ik een jaartje de opleiding tot drama-docent gedaan, dus dat zou voor mij een fluitje van een cent moeten zijn. Niets was minder waar. Het bleek vol te zitten met gekke oefeningen en regels. En in plaats van me als een vis in het water te voelen, voelde ik me als een vis op het droge. Na twee keer hield ik het voor gezien.
Vanochtend overviel me hetzelfde gevoel tijdens mijn tweede les Tai Chi waarin ik ‘de 24-vorm’ aan het leren ben. Deze 24-vorm is een aaneenrijging van passen die aan het eind van iedere groepsles wordt gelopen en die de basis vormt van de lessen die ik volg. Ik had net ‘de vleugels van de kraanvogel gespreid’ en kon met geen mogelijkheid verzinnen wat nu de volgende pas in deze krijgsdans was. Moest ik ‘de aap terugduwen’, ‘de luit bespelen’, ‘iets doen met de manen van het wilde paard’ of mijn ‘knie borstelen’? In plaats van de waardigheid en souplesse uit te stralen van de Chinese kraanvogel, voelde ik me als een scharrige oude Haagse reigâh aan de oever van de Vliet. Nu is onze Nederlandse taal gelukkig rijk aan geruststellende spreekwoorden en gezegden die mij vertellen dat oefening kunst baart en geduld een schone zaak is. En blijkbaar ben ik niet de enige die het lastig vindt om iets nieuws te leren, want er zijn zelfs modellen ontwikkeld om de stadia van leren weer te geven.
Een hele heldere is degene die is ontwikkeld door Abraham Maslow (inderdaad, die van de behoefte-piramide). Hij legt uit dat je in een leerproces vaak 4 fases doorloopt. In de eerste fase noemt hij iemand ‘onbewust onbekwaam’, een soort gelukzalige onwetende staat. In mijn geval wist ik van het bestaan van Tai Chi en had wel eens groepjes (oude) mensen in het park synchroon met hun armen zien zwaaien, maar had geen wens om dat zelf ook te kunnen. Nog niks aan de hand. Pas toen ik besloot om me te gaan bekwamen in Tai Chi en er daarmee een leerbehoefte ontstond, kwam ik in fase 2: ‘bewust onbekwaam’. Ineens besef je de volle omvang van wat je wilt leren en de grootte van het gat tussen waar je je nu bevindt en waar je heen wilt. Een lastige fase merk ik, waarin volharding, zelfspot, mildheid, lol en wanhoop elkaar afwisselen. Maar wel eentje waarvan ik weet dat ik er doorheen moet om in fase 3 te komen: ‘bewust bekwaam’. Het zal dan nog niet helemaal vanzelf gaan, maar technisch weet ik dan hoe de kraanvogel staat, haar vleugels uitslaat en wat er daarna volgt in de krijgsdans. Er zullen nog heel wat weken met oefenen voorbij gaan voordat fase 4 zich aandient: ‘onbewust bekwaam’. Ik stel me voor dat ik daar de ruimte krijg om de energie te voelen stromen en de wind onder de vleugels van de kraanvogel door te voelen waaien. Vooralsnog berust ik in mijn bewuste onbekwaamheid en oefen er geduldig op los; nog heel wat lesjes te leren en fases te gaan. Overigens hoorde ik vanochtend in de kleedkamer iemand zeggen dat ‘hoe langer je bezig bent met Tai Chi, hoe moeilijker het wordt’. En daar had Cruijff dan wel weer een bijpassend mini-theorietje voor: “Je gaat het pas zien, als je het door hebt…”